Nederlandse fossiele strandschelpen in beeld
"De fossiele schelpen van de Nederlandse Kust"
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28475
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/Wesselingh-en-Moerdijk-2010-De-fossiele-schelpen-van-de-Nederlandse-kust.pdf
Op onze stranden vind je schelpen in vele kleuren en vormen. Sommige zijn vers, maar de meeste zijn versleten. Weinig mensen weten dat veel van de schelpen op het strand duizenden jaren geleden geleefd hebben. Op de stranden waar zand is opgebracht uit de Noordzee komen schelpen voor die vaak meer dan 100.000 jaar oud zijn. En met name in Zeeland zijn er stranden waar schelpen aanspoelen die zelfs miljoenen jaren oud zijn; fossiele schelpen dus. Inmiddels zijn er tegen de 700 soorten fossiele tweekleppigen en slakken bekend van de Nederlandse kust. Die zijn al honderd jaar onderwerp van verwondering en studie.
Sinds 1999 zijn er tientallen liefhebbers onder leiding van Naturalis-medewerkers bezig met het documenteren van de fossiele schelpen van de Nederlandse kust. Niet alleen van de stranden, maar ook uit schelpmateriaal dat is opgezogen uit de Westerschelde en de kustzone. Dat wordt bijvoorbeeld gebruikt bij het aanleggen van fietspaden. Daarbij zijn meerdere nieuwe soorten voor de wetenschap ontdekt en vele soorten die nieuw zijn voor Nederland. Veel van de soorten zijn bewerkt en gepubliceerd door verzamelaars, een mooi voorbeeld van citizen science.
Miljoenen jaren oud
Tot 2010 hebben de schelpenkenners gewerkt aan de fossiele tweekleppigen, stoottanden en keverslakken. Het boek daarover, dat zo’n 340 soorten omvat, is niet meer verkrijgbaar, maar wordt nu online beschikbaar gesteld door Naturalis. Met de uitgave kan je opzoeken of een stenige schelp die je hebt opgeraapt bij Hoek van Holland mogelijk een 50 miljoen jaar oude zwinkokkel is, en of een prachtige geknobbelde en geribde schelp van Terschelling wellicht een hartschelp uit de laatste tussenijstijd van 125.000 jaar geleden kan zijn.
omenteel werkt het onderzoeksnetwerk aan het tweede deel dat gaat over de fossiele slakken: een faunagroep die mogelijk wel 400 soorten omvat. De verschillende families worden in afleveringen behandeld in het tijdschrift Spirula van de Nederlandse Malacologische Vereniging en het is de bedoeling die na afloop te bundelen in een nieuw boek. Over twee jaar zou de volledige Nederlandse fossiele schelpenfauna, dankzij de inzet van talloze liefhebbers, in beeld moeten zijn.
Meer informatie
Het boek is te vinden in het repository van Naturalis, achter deze link.
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/
Tekst: Frank Wesselingh & Ronald Pouwer, Naturalis Biodiversity Center
Foto's: Gijs Peeters (leadfoto: Talochlamys harmeri, een drie miljoen jaar oude tweekleppige uit de Westerschelde, hoogte zes centimeter); Frank Wesselingh; Naturalis Biodiversity Center
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/
"De fossiele schelpen van de Nederlandse Kust"
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/
Tekst: Frank Wesselingh & Ronald Pouwer, Naturalis Biodiversity Center
https://www.naturetoday.com/intl/nl/nature-reports/message/?msg=28475
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/Wesselingh-en-Moerdijk-2010-De-fossiele-schelpen-van-de-Nederlandse-kust.pdf
"De fossiele schelpen van de Nederlandse Kust"
Bestämningsnyckel till släkten inom egentliga bladmossor: Bryophyta: Bryopsida: Buxbaumia–Anomodon
These keys serve to identify the Swedish genera within class Bryopsida, which are treated in three
volumes of the Encyclopedia of the Swedish Flora and Fauna (viz. Vol. AJ 6-23, AJ 24-36 and AJ 37-
57). For each genus, the volume code, as well as the page where the presentation of the genus and
the key to the species begins, is stated. On page 10, there is a guide to the keys presented in this
publication. In cases where genera/species are variable with regard to the characters used to identify
them, they are keyed out more than once. This is marked with the abbreviation p.p. (pro parte) following the name
http://www.artdata.slu.se/nn/pdf/egentliga_bladmossor_huvudnyckel.pdf
"De fossiele schelpen van de Nederlandse Kust"
https://repository.naturalis.nl/pub/800043/
Tekst: Frank Wesselingh & Ronald Pouwer, Naturalis Biodiversity Center
Op 11 mei vond de eerste lezing plaats door Prof.dr.ir. Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis
en hoofd van het Kenniscentrum Landschap van de Rijksuniversiteit Groningen. De titel van zijn
lezing was: “De landschapsgeschiedenis van het Hogelandster Wierdengebied”. Voor een ademloos
luisterend publiek ging Theo Spek, een zeer enthousiast verteller, in op de geschiedenis van het
Groninger wierdenlandschap. Regelmatig zoomde hij in op Tinallinge en omgeving en onthulde hij
terloops dat hij ontdekt heeft dat de naam Tinallinge waarschijnlijk voortkomt uit de naam van een
oude Zweedse koning (Ingald) die onze kuststreek in vroegere tijden heeft beheerst. In zijn lezing
benadrukte hij het unieke van het landschap en liet hij zien hoe belangrijk een bewust beleid is dat
rechtdoet aan het karakter daarvan. De deelnemers waren zonder uitzondering zeer enthousiast,
verschillende van hen gaven aan dat door deze lezing de manier van kijken naar bijvoorbeeld de al
meer dan 1500 jaar door mensen gebruikte vennen en valgen echt positief is veranderd.
De cyclus werd op dinsdag 8 juni vervolgd door Marco Glastra, directeur van het Groninger
Landschap. Hij ging in op het heden en de toekomst van het wierdenlandschap aan de hand van de
thema’s kust, landbouw, energie en erfgoed. Het Groninger Landschap is opgericht in 1936. De
stichting bestaat uit 40 medewerkers, 400 vrijwilligers, 16.000 beschermers (particuliere donateurs)
en 40 bedrijfsvrienden (zakelijke donateurs). De doelstelling is het beschermen van natuur, landschap
en erfgoed in de provincie Groningen en het versterken van het maatschappelijk draagvlak daarvoor.
Glastra gaf aan bij het thema landbouw welk een schaalvergroting er heeft plaatsgevonden in het
Groninger landschap, met als voorbeeld de omgeving van Tinalling
https://files.basekit.com/82/13/8213f5a5-7d0f-4ecc-b44a-ecbd51154916.pdf
Herstel van een natuurlijker overgang tussen zoet en zout water in het Lauwersmeer lijkt mogelijk te zijn zonder dat de landbouw daar hinder van ondervindt. Dat is de conclusie na gesprekken van landbouwers en natuurorganisaties op uitnodiging van het waterschap Noorderzijlvest en de provincie Groningen. De gesprekken vonden plaats naar aanleiding van zorgen over doelen voor het zoutgehalte in het meer voor de Kaderrichtlijn Water 2022-2027.
visvriendelijk spuien met de R.J. Cleveringsluizen verbeterd kan worden. Vissoorten zoals de paling en de rivierprik trekken van de Waddenzee naar de Drentse beken en weer terug, via de sluizen. Zo visvriendelijk mogelijk spuien is voor deze soorten cruciaal. Het spuien kan verbeterd worden door vissen meer gelegenheid te geven Een belangrijke verbetering kan worden gevonden in een verruimd spuivenster.
https://www.noorderzijlvest.nl/perspectief-voor-natuur-en-landbouw-in-lauwersmeergebied
https://purews.inbo.be/ws/portalfiles/portal/13071980/Devos_etal_2017_vogelnieuwsMei.pdf
lastra gaf aan bij het thema landbouw welk een schaalvergroting er heeft plaatsgevonden in het
Groninger landschap, met als voorbeeld de omgeving van Tinalling
https://files.basekit.com/82/13/8213f5a5-7d0f-4ecc-b44a-ecbd51154916.pdf
https://purews.inbo.be/ws/portalfiles/portal/13071980/Devos_etal_2017_vogelnieuwsMei.pdf
Met dank aan Natuurpunt Studie voor de fijne samenwerking en de coördinatie van de vrijwillige medewerkers. En uiteraard vooral dank aan de tellers zelf, zonder jullie bestond er vandaag geen enkele trendgrafi
https://inbo.github.io/abv-rapport/2020/2-inzameling-van-de-tellingen-in-het-veld.html#s:steekproef
Peter, een eenduidige verklaring is er niet, maar de twee die jij aanhaalt spelen wellicht een rol en worden ook in bv. Nederland als verklaring aangehaald. Sparrenbossen en -aanplanten hebben nog maar weinig toekomst in Vlaanderen en zullen op termijn waarschijnlijk grotendeels verdwijnen. Kiezen is verliezen, wanneer grote bestanden naaldhout (al dan niet geleidelijk) worden omgezet in Natura 2000 habitat heeft dat tenminste lokaal een directe impact op de echte naaldhout-specialisten.
s zie eveneens reactie Wim. Ook in de buurregio's gaat het daar niet goed mee. Kijk bv. even op de soortenpagina's van Sovon, Kuifmees: https://www.sovon.nl/nl/soort/14540 resp. Zwarte mees: https://www.sovon.nl/nl/soort/14610 en Goudhaan: https://www.sovon.nl/nl/soort/13140
https://pecbms.info/trends-of-common-birds-in-europe.../
Comentarios
Agregar un comentario